Interview serie: Ondernemend Liempde en corona, deel 9
Interview met Erik van der Heijden – Van der Heijden Milieu- en Installatietechniek
Erik van der Heijden (54) is oprichter en directeur/eigenaar van Van der Heijden Milieu- en Installatietechniek, gevestigd aan de Schouwrooij op industrieterrein Ladonk in Boxtel. Het bedrijf is gespecialiseerd in innovatieve technieken op het gebied van opslag- en distributiesystemen voor brandstoffen en chemicaliën. Het bedrijf is opgericht in 1993 en onder meer actief in de (petro)chemische industrie, op vliegvelden, bij drinkwaterbedrijven en binnen de food-, feed- en agrosector. Erik heeft twintig vaste werknemers in dienst en werkt daarbij nog samen met vijftien tot twintig onderaannemers.

Een flink bedrijf op het Boxtelse industrieterrein én lid van Ondernemersvereniging Liempde, hoe zit dat?
“Ik woon sinds 2005 in Liempde en voel me echt een Liempdenaar. Ik ken veel mensen en voel me betrokken bij de gemeenschap en verbonden met collega-ondernemers. Natuurlijk ben ik lid van de Liempdse ondernemersvereniging!”
Hoe heb je de coronacrisis beleefd?
“Van het ene op het andere moment waren veel van onze klanten niet meer toegankelijk voor ons. We werken vaak op complexe en beveiligde locaties, variërend van de kerosine-installaties op militaire vliegvelden tot een datacentrum van de Deutsche Bank in Hamburg. In het voorjaar van 2020 konden we helemaal niet naar onze klanten toe. Daardoor was met name de omzet over het tweede kwartaal van dat jaar slecht, maar dat is in 2021 helemaal goed gekomen.”
Heb je veel maatregelen moeten treffen?
“Ik vind het heel belangrijk om met veel compassie voor mijn personeel te regeren, maar daar was opeens minder ruimte voor. Dat vond ik lastig. Ik heb zoveel mogelijk coulance getoond waar het gaat om thuiswerken en flexibele werktijden. De monteurs mochten nog maar met twee in plaats van met vier mensen in een bus reizen. Ze hadden al allemaal een tablet om op afstand te kunnen werken. Ikzelf heb eindeloos online vergaderd. Dat heeft best praktische kanten: het bespaarde me veel reistijd. Maar als je met meerdere partijen met tegengestelde belangen op het scherpst van de snede moet vergaderen is het toch prettiger – noodzakelijk eigenlijk – om elkaar in de ogen te kijken.”
Wat heeft de coronacrisis binnen jouw bedrijf veranderd?
“We hebben geanticipeerd op de omstandigheden. In 2020 stokten vanwege de coronacrisis het aantal aanbestedingen waarop we konden inschrijven. Toen zijn we strategische, langlopende projecten gaan aannemen, met als gevolg dat onze orderportefeuille nu hartstikke vol zit. Om de cashflow op peil te houden, mochten we bij de (semi)overheid tussentijds gaan factureren.”
Wat vond je echt lastig?
“Ik hecht erg aan een gevoel van saamhorigheid. Dat was tijdens de coronacrisis zeker niet weg, maar wel veel moeilijker praktisch in te vullen. Ik miste het samenzijn. We konden niks leuks doen. Maar dat gaan we inhalen! Er staat al een etentje gepland en we gaan met z’n allen naar Paaspop in september.”
Heb je hulp gehad van brancheorganisaties of OVL?
“Onze branchevereniging, de Vereniging van Tankinstallateurs (VTI), heeft er in samenwerking met de Metaalunie voor gezorgd dat er snel een coronaprotocol voor de bouw- en techniekbranche van de grond kwam, daar is hard voor gelobbyd. Dit zorgde ervoor dat we vrij snel weer aan het werk konden. In het algemeen vind ik wel dat de samenwerking tussen de overheid en het bedrijfsleven veel productiever zou moeten en kunnen zijn. Als overheid kun je vaker een handreiking doen richting bedrijven die van goede wil zijn, zeker in tijden van crisis. En OVL? Dat we allemaal het ‘Liemtvastgoed’-spel kregen vond ik heel erg leuk.”
Hoe zie je de toekomst?
“Met het bedrijf gaat het weer onverminderd goed en met het personeel ook, dus de toekomst gloort. Waar ik wel van baal is dat er steeds meer maakindustrie verdwijnt uit Europa, richting met name Azië. Daar hebben we tijdens de coronacrisis allemaal de gevolgen van kunnen zien. Ik hoop dat overheden harder hun best gaan doen om bedrijven wat meer binnen de eigen landsgrenzen te houden en meer gebruik gaan maken van de aanwezige expertise.”